In Estland stond vanavond de vierde voorronde van Eesti Laul 2022 op het programma. Via deze wedstrijd kiest het land zijn kandidaat voor het Eurovisiesongfestival in Turijn.
Jüri Pootsman (Esc 2016) en Getter Jaani (Esc 2011) waren de presentatoren van de vierde voorronde. In deze voorronde traden tien kandidaten aan. De beste vijf kandidaten konden doorstoten naar één van de halve finales. Wie naar de halve finale mag gaan werd gekozen door een vakjury (2 kandidaten) en de kijkers (3 kandidaten).
Resultaten vierde voorronde Eesti Laul 2022.
Gaan door naar de halve finale:
- Minimal Wind ft. elisabeth tiffany – What To Make Of This (gekozen door de vakjury)
- Púr Múdd & Shira – Golden Shores (gekozen door de vakjury)
- Ott Lepland – Aovalguses (gekozen door de kijkers)
- ELYSA – Fire (gekozen door de kijkers)
- Black Velvet – Sandra (gekozen door de kijkers)
Verlaten de wedstrijd:
- Ariadne – Shouldn’t Be Friend
- Dramanda – Tule minu sisse
- Eleryn Tiit – Tunnete keel
- EMILI J. – Quicksilver
- Jessica – My Mom
Met de vierde voorronde zijn alle kandidaten bekend die zullen deelnemen aan één van de twee halve finales. Deze staan gepland op 3 en 5 februari 2022. De volledige line-up:
- Maian –  Meeletu
- Jaagup Tuisk – Kui vaid
- Evelin Samuel – Waterfall
- Stig Rästa – Interstellar
- Boamadu – Mitte kauaks
- Jyrise – Plaksuta
- Kaia-Liisa Kesler – Vaikus
- Frants Tikerpuu & Triin Niitoja – Laululind
- Helen – Vaatu minu poole
- Andrei Zevakin feat. Grete Paia – Mis nüüd saab
- Anna Sahlene – Champion
- Elina Nechayeva – Remedy
- STEFAN – Hope
- Alabama Watchdog – Move On
- Merilin Mälk – Little Girl
- Minimal Wind ft. elisabeth tiffany – What To Make Of This
- Púr Múdd & Shira – Golden Shores
- Ott Lepland – Aovalguses
- ELYSA – Fire
- Black Velvet – Sandra
Estland op het Eurovisiesongfestival
Het Baltische land Estland neemt sinds 1994 deel aan het Eurovisiesongfestival en het festival éénmaal winnen. Tanel Padar, Dave Benton & 2XL zorgen met hun aanstekelijke Everybody voor de overwinning in 2001.
Bron: ERR | Fotocredits: Ken Mürk/ERR