In deze zomerse reeks leren we alles over het Eurovisiesongfestival
aan de hand van de letters van het alfabet. De J brengt ons bij de jury’s…
Op het allereerste songfestival waren slechts 7 landen
present die elk twee nummers brachten en ook elk twee juryleden hadden
afgevaardigd. Alleen Luxemburg had dat niet gedaan en de Zwitserse jury had dus
in hun plaats gestemd. Niet verwonderlijk dat Zwitserland na een overleg achter
gesloten deuren het eerste festival won.
present die elk twee nummers brachten en ook elk twee juryleden hadden
afgevaardigd. Alleen Luxemburg had dat niet gedaan en de Zwitserse jury had dus
in hun plaats gestemd. Niet verwonderlijk dat Zwitserland na een overleg achter
gesloten deuren het eerste festival won.
Vanaf 1957 waren er voor elk land tien juryleden die elk hun
stem aan één nummer mochten geven. Uiteraard niet hun eigen nummer. In 1962
veranderde men dit systeem een klein beetje. De tien juryleden bleven maar ze
mochten hun favoriet 3 punten geven, hun nummer twee 2 punten en hun nummer drie
1 punt.
stem aan één nummer mochten geven. Uiteraard niet hun eigen nummer. In 1962
veranderde men dit systeem een klein beetje. De tien juryleden bleven maar ze
mochten hun favoriet 3 punten geven, hun nummer twee 2 punten en hun nummer drie
1 punt.
Een jaar later werden de jury’s verdubbeld. De juryleden
mochten nu hun top 5 geven en al die punten werden eerst per land opgeteld.
Daarna gaf een land de gezamenlijke top 5 punten (van 1 tot en met 5). Het
systeem veranderde opnieuw in 1964. De jury’s werden weer gehalveerd tot 10 en
de juryleden mochten hun top drie doorgeven. De punten werden per land opgeteld
en daarna gaf elk land vijf punten aan zijn favoriet, 3 punten aan zijn nummer
twee en 1 punt aan zijn nummer drie. Dit systeem zou blijven tot 1966. Toen
kwam men alweer met een wijziging. De tien juryleden mochten 9 punten uitdelen.
Indien ze maar één nummer goed vonden, mochten ze die alle 9 de punten geven.
Vonden ze er twee goed, gaven ze 6 en 3 punten. Vonden ze er toch drie goed, 5,
3 en 1 punt. Opnieuw werden dan alle punten samengeteld en per land op dezelfde
wijze uitgedeeld.
mochten nu hun top 5 geven en al die punten werden eerst per land opgeteld.
Daarna gaf een land de gezamenlijke top 5 punten (van 1 tot en met 5). Het
systeem veranderde opnieuw in 1964. De jury’s werden weer gehalveerd tot 10 en
de juryleden mochten hun top drie doorgeven. De punten werden per land opgeteld
en daarna gaf elk land vijf punten aan zijn favoriet, 3 punten aan zijn nummer
twee en 1 punt aan zijn nummer drie. Dit systeem zou blijven tot 1966. Toen
kwam men alweer met een wijziging. De tien juryleden mochten 9 punten uitdelen.
Indien ze maar één nummer goed vonden, mochten ze die alle 9 de punten geven.
Vonden ze er twee goed, gaven ze 6 en 3 punten. Vonden ze er toch drie goed, 5,
3 en 1 punt. Opnieuw werden dan alle punten samengeteld en per land op dezelfde
wijze uitgedeeld.
In 1967 keerde men terug naar het systeem dat men hanteerde
van 1957 tot en met 1961: tien juryleden mochten elk één punt geven aan hun favoriet
nummer. Dit zou blijven tot en met 1970.
van 1957 tot en met 1961: tien juryleden mochten elk één punt geven aan hun favoriet
nummer. Dit zou blijven tot en met 1970.
Door de onvrede die er was geweest in 1969, toen er vier
winnaars waren, wou men een nieuw systeem uitdokteren. In 1971 mocht elk land
twee juryleden afvaardigen: eentje was tussen 16 en 25 jaar oud, de ander
tussen 26 en 55 jaar oud. Na elk optreden gaf elk jurylid een score van 1 tot
en met 5 voor het optreden dat hij/zij net zag. (Het eigen land uiteraard
niet.) Zo eindigde Malta, die laatste werd, toch nog met 52 punten. Dit systeem
zou blijven tot 1974. Toen keerde men terug naar de oude, beproefde methode van
tien juryleden die elk 1 punt uitdeelden aan hun favoriet nummer.
winnaars waren, wou men een nieuw systeem uitdokteren. In 1971 mocht elk land
twee juryleden afvaardigen: eentje was tussen 16 en 25 jaar oud, de ander
tussen 26 en 55 jaar oud. Na elk optreden gaf elk jurylid een score van 1 tot
en met 5 voor het optreden dat hij/zij net zag. (Het eigen land uiteraard
niet.) Zo eindigde Malta, die laatste werd, toch nog met 52 punten. Dit systeem
zou blijven tot 1974. Toen keerde men terug naar de oude, beproefde methode van
tien juryleden die elk 1 punt uitdeelden aan hun favoriet nummer.
In 1975 veranderde het punten geven helemaal. Voortaan mocht
elke jury tien scores uitdelen. Het land dat bij de juryleden de meeste punten
wist te verzamelen, kreeg 12 punten, de nummer twee kreeg er 10 en de nummers
drie tot en met tien kregen 8 tot en met 1 punt. Tot 1980 zou men de landen
punten geven in de volgorde dat deze opgetreden hadden. Het was uiteraard veel
spannender om in opgaande volgorde punten te geven, iets wat men vanaf 1980 tot
vandaag dan ook doet.
elke jury tien scores uitdelen. Het land dat bij de juryleden de meeste punten
wist te verzamelen, kreeg 12 punten, de nummer twee kreeg er 10 en de nummers
drie tot en met tien kregen 8 tot en met 1 punt. Tot 1980 zou men de landen
punten geven in de volgorde dat deze opgetreden hadden. Het was uiteraard veel
spannender om in opgaande volgorde punten te geven, iets wat men vanaf 1980 tot
vandaag dan ook doet.
Tot 1994 werden de punten door een woordvoerder van elke
jury per telefoon doorgegeven. Vanaf 1994 zien we die persoon ook in beeld.
Geen krakende telefoonlijnen meer, hoewel het beeld, zelfs in 2015 wel eens kan
haperen.
jury per telefoon doorgegeven. Vanaf 1994 zien we die persoon ook in beeld.
Geen krakende telefoonlijnen meer, hoewel het beeld, zelfs in 2015 wel eens kan
haperen.
Vanaf de jaren ’90 groeide het verlangen om de mensen thuis
de winnaar te laten kiezen. In 1997 werd er met televoting geëxperimenteerd in
vijf landen: Duitsland, Oostenrijk, het Verenigd Koninkrijk, Zweden en
Zwitserland. Omdat het een succes was, mochten alle landen dit vanaf 1998 doen.
In landen met uitsluitend televoting, was een back-up jury wel nog altijd
verplicht ingeval er bijvoorbeeld problemen waren met de telefoonlijnen. Zo
gebruikte Nederland zijn back-up jury in 2000 toen er in Enschede een
vuurwerkfabriek ontplofte op de avond van het songfestival.
de winnaar te laten kiezen. In 1997 werd er met televoting geëxperimenteerd in
vijf landen: Duitsland, Oostenrijk, het Verenigd Koninkrijk, Zweden en
Zwitserland. Omdat het een succes was, mochten alle landen dit vanaf 1998 doen.
In landen met uitsluitend televoting, was een back-up jury wel nog altijd
verplicht ingeval er bijvoorbeeld problemen waren met de telefoonlijnen. Zo
gebruikte Nederland zijn back-up jury in 2000 toen er in Enschede een
vuurwerkfabriek ontplofte op de avond van het songfestival.
Het grote nadeel van het afvoeren van de jury’s was
natuurlijk dat niet langer het beste nummer won (gekozen door “experten”), maar
het nummer dat de meeste stemmen kreeg. Turkije profiteerde zeer sterk van dit
systeem door de zogenaamde diasporastemmen: uitgeweken Turken overal in Europa
stemden massaal voor hun land van herkomst en de resultaten van Turkije gingen
er plots op vooruit. Ook leek het voortaan belangrijker meer “vrienden” te
hebben dan een goed nummer.
natuurlijk dat niet langer het beste nummer won (gekozen door “experten”), maar
het nummer dat de meeste stemmen kreeg. Turkije profiteerde zeer sterk van dit
systeem door de zogenaamde diasporastemmen: uitgeweken Turken overal in Europa
stemden massaal voor hun land van herkomst en de resultaten van Turkije gingen
er plots op vooruit. Ook leek het voortaan belangrijker meer “vrienden” te
hebben dan een goed nummer.
En dus ging men de macht weer voor een stuk weghalen bij de
gewone mensen. In 2010 maakten de jury’s een comeback… 50% van de punten van
elk land komen sinds dat jaar van een vakjury, terwijl er nog altijd via
televoting gestemd kan worden. Dit bepaalt de andere 50% van de punten.
gewone mensen. In 2010 maakten de jury’s een comeback… 50% van de punten van
elk land komen sinds dat jaar van een vakjury, terwijl er nog altijd via
televoting gestemd kan worden. Dit bepaalt de andere 50% van de punten.
Meestal komen jury’s en televoting overeen wat de winnaar
betreft. Duitsland, Zweden, Denemarken en Oostenrijk had sowieso gewonnen in respectievelijk
2010, 2012, 2013 en 2014 maar soms zien we wel (grote) verschillen tussen de
mening van de mensen thuis en de experten.
betreft. Duitsland, Zweden, Denemarken en Oostenrijk had sowieso gewonnen in respectievelijk
2010, 2012, 2013 en 2014 maar soms zien we wel (grote) verschillen tussen de
mening van de mensen thuis en de experten.
Volgens de jury won Duitsland in 2010 met twee punten verschil
van België, die bij de televoters slechts op de 14de plaats
eindigde. Gezamenlijk was dat goed voor een 6de plaats, nog steeds
het beste Vlaamse resultaat ooit.
van België, die bij de televoters slechts op de 14de plaats
eindigde. Gezamenlijk was dat goed voor een 6de plaats, nog steeds
het beste Vlaamse resultaat ooit.
Azerbeidzjan dankt zijn overwinning in 2011 dan weer aan de
televoters. Hadden de jury’s het toen voor het zeggen gehad, was Italië de
winnaar geweest. Omgekeerd was Italië dit jaar de winnaar geweest indien we in
een systeem met enkel televoting zaten. Zweden eindigde dit jaar volgens de
televoters pas op een 3de plaats.
televoters. Hadden de jury’s het toen voor het zeggen gehad, was Italië de
winnaar geweest. Omgekeerd was Italië dit jaar de winnaar geweest indien we in
een systeem met enkel televoting zaten. Zweden eindigde dit jaar volgens de
televoters pas op een 3de plaats.
Tegen Zweden kon in 2012 niemand op. “Euphoria” was sowieso
de winnaar, in elk systeem. Opmerkelijk is wel dat de televoters Rusland (de
bomma’s) op 2 zetten terwijl de vakjury’s hen slechts op de 11de
plaats rangschikten. Wanneer de punten samenkwamen, eindigde Rusland toch nog
op een 2de plaats. Erger verging het Turkije: de televoters
plaatsten Turkije op een vierde plaats terwijl de vakjury’s het land pas op de
20ste plaats zetten. Gemiddeld eindigde Turkije toch nog op een 7de
plaats, maar uit onvrede door de onheuse behandeling van de vakjury’s is het
land drie jaar lang weggebleven op het songfestival. In 2016 zou Turkije wel
terugkeren.
de winnaar, in elk systeem. Opmerkelijk is wel dat de televoters Rusland (de
bomma’s) op 2 zetten terwijl de vakjury’s hen slechts op de 11de
plaats rangschikten. Wanneer de punten samenkwamen, eindigde Rusland toch nog
op een 2de plaats. Erger verging het Turkije: de televoters
plaatsten Turkije op een vierde plaats terwijl de vakjury’s het land pas op de
20ste plaats zetten. Gemiddeld eindigde Turkije toch nog op een 7de
plaats, maar uit onvrede door de onheuse behandeling van de vakjury’s is het
land drie jaar lang weggebleven op het songfestival. In 2016 zou Turkije wel
terugkeren.
Volgend jaar lijkt er (voorlopig) niets te veranderen aan
het 50/50-systeem, hoewel er de voorbije jaren al wel “gefoefeld” werd. Zo was
er in 2014 een probleem in Georgië en dit jaar hadden zowel Montenegro als de
Voormalig Joegoslavische Republiek van Macedonië om onduidelijke redenen enkel
de punten van hun televoting doorgegeven. Maar ja, bedrog zal in elk systeem
bestaan… Tenslotte wil iedereen de grootste liedjeswedstrijd ter wereld winnen!
het 50/50-systeem, hoewel er de voorbije jaren al wel “gefoefeld” werd. Zo was
er in 2014 een probleem in Georgië en dit jaar hadden zowel Montenegro als de
Voormalig Joegoslavische Republiek van Macedonië om onduidelijke redenen enkel
de punten van hun televoting doorgegeven. Maar ja, bedrog zal in elk systeem
bestaan… Tenslotte wil iedereen de grootste liedjeswedstrijd ter wereld winnen!