Het is woensdag vandaag en dat is onze tweede afspraak deze week met onze rubriek “Het ABC van ESC”. Vandaag zijn we aanbeland bij de letter D.
De D van Derde keer, goeie keer…?
Het is niet bijzonder dat een artiest meerdere malen verschijnt op het songfestival. Waarschijnlijk werkt zo’n festival als een drug; de spanning, de sensatie, het mogelijke succes…
De eerste winnares van het festival, Lys Assia, keerde het jaar na haar overwinning met “Refrain” terug om haar titel te verdedigen. De eerste plaats van 1956 moest ze echter inruilen voor de voorlaatste plaats in 1957. De derde keer werd niet haar beste keer, maar in 1958 zong ze “Giorgio” toch maar mooi naar de tweede plaats.
Udo Jürgens was het beste bewijs dat de stelling klopt. Hij verscheen voor het eerst in 1964 op het songfestivalpodium. Hij werd toen 6de voor Oostenrijk met “Warum nur, warum?”. Een jaar later keerde hij terug met “Sag ihr ich laß sie grüßen” en was de 4de plaats zijn deel. In 1966 was het dan eindelijk prijs… “Merci chérie” bezorgde Oostenrijk zijn eerste overwinning!
Stella Maessen heeft misschien nooit gewonnen, maar haar derde verschijning op een songfestivalpodium was ook wel haar beste… De ex-vrouw van TV-omroeper Bruno Schevernels trad in 1970 aan voor Nederland als onderdeel van Patricia & Hearts Of Soul. Hun “Waterman” werd toen 7de. Diezelfde plaats zou zich herhalen als ze met Dream Express in 1977 “A million in one, two, three” voor België brengt. Na een mislukte poging om België in 1981 te vertegenwoordigen, zou ze een jaar later door de rtbf naar Harrogate gestuurd worden. Hoewel ze bijna geen Frans sprak, werd “Si tu aimes ma musique” 4de en kreeg het nummer van alle andere landen punten; iets wat niet vaak voorkomt op een songfestival.
In 2014 slaagde Valentina Monetta erin om bij haar derde opeenvolgende poging San Marino voor het eerst (en voorlopig ook voor het laatst) in de finale van een songfestival te krijgen.
Chiara Siracusa van Malta is dan weer het bewijs dat je soms beter ophoudt na de tweede keer… In 1998 was ze al derde geweest met “The one that I love”. Hoewel ze tijdens de puntentelling vaak aan kop stond moest ze na de laatste stemming tevreden zijn met het brons. In 2005 keerde ze terug met het nummer “Angel”. Hoewel ze nooit de leiding nam en ook maar eenmaal 12 punten ontving, werd ze toch knap 2de. ‘Derde keer, goeie keer’ moet zij gedacht hebben, maar, hoewel ze in 2009 door de halve finale geraakte, eindigde haar “What if we” op een teleurstellende 22ste plaats.
Na een 4de plaats voor Luxemburg in 1974 met “Bye bye, I love you” en een 6de plaats voor Duitsland in 1978 met “Feuer”, moet de Britse Ireen Sheer gedacht hebben dat het niet mis kon gaan als ze wat hulp inriep van vijf andere solisten. En zo verscheen ze in 1985 voor Luxemburg tezamen met Margo, Franck Oliver, Chris Roberts, Diana Solomon en Malcolm Roberts om te zingen over “Kinder, Children, Enfants”. Het werd geen blijde boodschap en ze strandden op een 13de plaats.
Wind was zowel in 1985 als in 1987 2de geworden op het songfestival. “Für alle” en “Lass die Sonne in dein Herz” waren grote hits geweest, maar hun derde inzending “Träume sind für alle da” eindigde in 1992 op een magere 16de plaats.
Gelukkig is er in Duitsland wel een artieste voor wie de stelling klopt en dat is Katja Ebstein… Ze is de meest succesvolle songfestivalartieste… onder hen die nog nooit het songfestival wonnen! In 1970 was ze er voor het eerst met “Wunder gibt es immer wieder”. Ze werd 3de, dezelfde plaats die ze ook een jaar later zou halen, dit keer met “Diese Welt”. De derde keer was wel degelijk haar beste keer, want in 1981 zou “Theater” maar nipt verliezen van Bucks Fizz. Het maakt haar de enige artieste ooit die drie keer in de top 3 eindigde op het songfestival.
Voor een select gezelschap waren drie songfestivaldeelnames zelfs niet genoeg… Fud Leclerc vertegenwoordigde België maar liefst vier keer op het songfestival: in 1956, 1958, 1960 en 1962. Alsof Wallonië maar één zanger had.
Het trio Peter, Sue & Marc trad voor Zwitserland ook vier keren aan: in 1971, 1976, 1979 en 1981. De vierde plaats was ironisch genoeg hun beste resultaat.
Een bijzonde vermelding voor Elisabeth Andreassen, geboren in Zweden, maar met Noorse ouders. Twaalf keer probeerde ze op het songfestival te geraken. En vier keer met succes. Ze verscheen voor het eerst in de Zweedse voorronde van 1981 als deel van het duo Chips. Ze werden 2de; een jaar later zou Chips het Zweedse ticket winnen met “Dag efter dag”. Hoewel getipt als kanshebber, strandden ze op de 8ste plaats. Nadat ze in 1984 niet door de Zweedse voorronde was geraakt, probeerde ze het in 1985 voor Noorwegen. Als de helft van het duo Bobbysocks zou ze voor Noorwegen de eerste zege binnenhalen met “La det swinge”. Na nog een Zweedse voorrondepoging in 1990, keerde ze in 1994 terug voor Noorwegen; opnieuw met een zangpartner. Dit keer was het Jan Werner Danielsen. Hun “Duett” werd 6de. In 1996 mocht ze Noorwegen helemaal alleen op thuisgrond vertegenwoordigen na de zege van Secret Garden. Haar beklijvende “I evighet” bezorgde Noorwegen voor de eerste en enige keer een zilveren medaille. Daarna zou ze nog vijf keer proberen een songfestivalticket binnen te halen, zowel voor Noorwegen als voor Zweden. De laatste keer was dit jaar. In de Noorse voorronde werd ze 4de. Niet opgeven, Elisabeth… Want vijf keer verscheen nog geen enkele artiest op het songfestivalpodium. En wie krijgt er ooit genoeg van de grootste liedjeswedstrijd ter wereld?