Rondje Europa (42): Italië.

In deze reeks doen we een toertje van heel Europa en stoppen we elke week bij een ander land dat we nu of vroeger op het songfestival mogen of mochten begroeten. Deze week gaan we naar het land waarmee het songfestival eigenlijk begon: Italië!

In het begin
Toen de EBU (European Broadcasting Union) in 1956 voor de eerste keer een muziekfestival organiseerde waar verschillende landen aan konden deelnemen, was dat idee gebaseerd op het San Remofestival. Dat festival was gestart in 1951 in de Italiaanse stad San Remo en betrof nog nooit uitgebrachte liedjes, een regel die ook zou gaan gelden voor alle komende songfestivalinzendingen. Tot 1966 zou Italië steeds in de top 10 eindigen.

Grootste successen
Italië heeft twee overwinningen, twee 2de plaatsen en vijf 3de plaatsen op zijn palmares staan en dit op 42 deelnames. Alles bij elkaar eindigde het land 30 keer in de top 10.
Het eerste grote succes kwam er al in 1958. Italië eindigde misschien maar 3de, maar zijn inzending zou veruit de meest succesvolle en bekendste songfestivalplaat allertijden worden. Officieel heette de inzending van Domenico Modugno Nel blu di pintu di blu (In het blauw dat blauw geverfd is), maar het nummer zou veel bekender worden onder de titel Volare (Vliegen). Wereldwijd werden er meer dan 22 miljoen exemplaren van verkocht en het nummer bracht vijf weken door op #1 in de Amerikaanse hitlijsten. Grote namen als David Bowie, Frank Sinatra, Dalida en Barry White zouden het nummer later coveren.
Vijf jaar na die eerste bronzen medaille, volgde een tweede: Emilio Pericoli had al een grote wereldwijde hit gehad met Al di là (Voorbij) en won bij zijn tweede deelname het San Remofestival. Uno per tutte (Eén voor allen) moest in 1963 enkel Denemarken en Zwitserland laten voorgaan op het songfestival.
In 1964 was het eindelijk prijs. Een piepjonge Gigliola Cinquetti blies de concurrentie omver met meer dan het dubbele van de punten van de nummer 2. Non, ho l’eta (Ik ben niet oud genoeg) werd ook een commercieel succes. Exact tien jaar later zou Gigliola nog een keer deelnemen. Haar Si (Ja) werd echter geboycot door de Italiaanse TV; een maand na het songfestival was er immers een referendum in Italië over een wet die echtscheiding mogelijk zou maken. De Italiaanse TV wou niemand beïnvloeden. Het nummer zou het echter wel goed doen op het songfestival en moest enkel Waterloo van ABBA laten voorgaan.
Wess en Dori Ghezzi zorgden in 1975 voor een 3de bronzen medaille met hun Era (Het was), maar noch de Italiaanse inzendingen noch de winnende deden het commercieel goed in Italië zelf. Een uitzondering is de inzending van 1984. Hoewel I treni di Tozeur (De treinen van Tozeur) van Alice en Franco Battiato slechts 5de werd op het songfestival, kwam het op #20 in de lijst van bestverkochte nummers van dat jaar in Italië. Het nummer met blijft tot vandaag een culthit.
De vierde bronzen medaille behaalde Italië op het songfestival in Brussel: Umberto Tozzi ging daar in duet met zanger Raf. Gente di mare (Mensen van de zee) werd ook een commercieel succes.
Toto Cutugno had in 1983 al een hit gescoord met L’Italiano (De Italiaan); ook op het songfestival scoorde hij: zijn Insieme 1992 (Samen in 1992) was een allusie op het jaar dat de Europese Unie echt ging gaan samenwerken en werd de winnaar van het songfestival in 1990.
Na een afwezigheid van 14 jaar voegde Italië bij zijn comeback in 2011 meteen een zilveren medaille toe aan zijn palmares: zanger Raphael Gualazzi was de derde die Italiaans en Engels met elkaar vermengde voor Italië, maar wel de meest succesvolle. Zijn Madness of love (Gekheid van de liefde) moest enkel het nummer van Azerbeidzjan laten voorgaan.
Had het aan de televoters gelegen, had Italië in 2015 zijn derde gouden medaille gehaald. Operatrio Il Volo kreeg toen de meeste stemmen van de mensen thuis, maar wanneer ook de punten van de vakjury’s erbij werden geteld moest Grande amore (Grote liefde) tevreden zijn met een 3de plaats.

Grootste flops
Italië was onafgebroken aanwezig op het songfestival tot 1981. Het land kende in die periode maar één echt slecht resultaat en dat was in 1966. Hij had de grootste songfestivalhit allertijden gescoord, maar bij zijn 3de deelname wist Domenico Modugno geen enkel punt te verzamelen voor Dio, come te amo (God, hoeveel hou ik toch van jou)
Vanaf 1981 zou Italië geregeld een jaar overslaan omdat de interesse voor het songfestival bij de Italianen afnam. Zij verkiezen uiteraard het San Remofestival, waar er elk jaar een Italiaan wint. In de periode 1993-2010 zou Italië maar eenmaal meer deelnemen en dat was in 1997. De groep Jalisse deed het toen zelfs heel goed (4de plaats) met Fiumi di parole (Rivier van woorden), maar de Italiaanse TV zond het festival zelfs niet meer live uit.

Organisatie
De Italiaanse TV, RAI, was tweemaal verantwoordelijk voor de organisatie van het songfestival. De eerste keer was in 1965. Het songfestival vond toen plaats in de derde grootste Italiaanse stad, Napels. De populaire Italiaanse presentatrice Renata Mauro was toen de gastvrouw. Maar beroemder – of moeten we zeggen beruchter – werd de tweede maal toen Italië gastheer was voor het songfestival. Na de overwinning van Toto Cutugno was het plan opgevat om het songfestival van 1991 in San Remo te houden, de plaats waar alles begonnen was. Door de golfoorlog werd uiteindelijk gekozen voor een plek die beter beveiligd kon worden en dus verhuisde het festival naar de Cinecittà filmstudios in een buitenwijk van hoofdstad Rome. Het festival zelf was een avond vol chaos, gepresenteerd door de Italiaanse winnaars Toto Cutugno en Gigliola Cinquetti. Hun Frans en Engels was bijzonder slecht en dus spraken ze vooral Italiaans, wat geen Eurovisietaal was. Het leek ook alsof ze de regels van het songfestival niet echt beheersten. Wanneer Gigliola moe werd van het staan, onderbrak Toto ook even zijn presentatie om haar een stoel te gaan halen. Gezien de veel te lange en chaotische shows nog steeds typerend zijn voor het San Remofestival, heeft men in Italië de voorbije decennia precies niet veel geleerd.

Toekomst
In recente jaren, krijgt de winnaar van het San Remofestival ook de kans om Italië te vertegenwoordigen op het grote songfestival. Vorig jaar moest de groep Stadio die kans weigeren omdat ze reeds tourverplichtingen hadden, maar de winnaar van dit jaar gaat wel in op het aanbod. Francesco Gabbani is 34 en won in 2016 de troffee voor beste nieuwkomer op het San Remofestival. Dit jaar won hij de hoofdprijs met zijn Occidentali’s karma (Oosters karma). Het nummer is een satirische kijk op mensen uit het westen die de filosofieën uit het Oosten proberen te verwesteren. Als lid van de Big 5 (de vijf landen die het meest betalen voor het songfestival), zien we Italië meteen in de grote finale van het songfestival op 13 mei 2017.

Geef een reactie

This website uses cookies. By continuing to use this site, you accept our use of cookies.