In deze reeks doen we een toertje door Europa en stoppen we elke week bij een ander land dat we nu of vroeger op het songfestival mogen of mochten begroeten. Deze week zitten we in de Balkanregio en stoppen we in Servië.
In het begin
Toen Joegoslavië in 1961 begon deel te nemen aan het songfestival, mocht deelstaat Servië voor de eerste inzending zorgen. Dat zou in totaal nog vijf keer gebeuren (tot en met 1992). De enige Joegoslavische overwinning kwam echter uit Kroatië (1989). Het eerste grote succes van Servië kwam er toen dat land zich in 2004 presenteerde, samen met Montenegro.
Grootste successen
In de preselectie in Servië en Montenegro kwamen in 2004 uit beide landsdelen nummers en artiesten en twee juries (opnieuw uit beide landsdelen) bepaalden de winnaar: dat werd Željko Joksimović. Zijn Lane moje (Mijn zoetje) won de allereerste halve finale die ooit werd uitgezonden voor een songfestival. Helaas moest het etnische nummer op de grote avond de Wild dances van de Oekraïense Ruslana laten voorgaan.
In 2005 werd de Montenegrijnse boysband No Name met Zauvijek moja (Voor altijd van mij) 7de op het songfestival in Kiev, maar de Serven vonden dat de jury uit Montenegro wel heel tactisch had gestemd in de preselectie. Wanneer datzelfde feit zich herhaalde in 2006 en No Name opnieuw naar het songfestival mocht door tactisch stemmen van de Montenegrijnse jury, wou Servië de kandidaat niet herkennen; het was het begin van het einde in het verbond tussen beide landen. In juni 2006 zou een referendum beslissen dat Montenegro voortaan een onafhankelijke staat was.
En dus presenteerde Servië zich in 2007 als een onafhankelijk land op het songfestival. Marija Šerifović bracht het krachtige Molitva (Gebed). Ze zou zowel de halve als de grote finale winnen en zo werd Servië het tweede land dat bij zijn debuut het songfestival won. Het eerste land was uiteraard Zwitserland dat het allereerste songfestival had gewonnen.
Servië zou daarna nog driemaal de top 10 bereiken. In een thuismatch wist Jelena Tomašević met haar Oro (genoemd naar een lokale folkdans) 160 punten en de 6de plaats te bemachtigen.
Željko Joksimović kreeg een herkansing in 2012. Opnieuw pakte hij een medaille. Na de zilveren medaille van Lane moje kreeg Nije ljubav stvar (Liefde is geen object) een bronzen.
De voorlopig laatste top 10-notering was in 2015 voor Bojana Stamenov. Haar Beauty never lies (Schoonheid liegt nooit) begon rustig, maar eindigde als een discodreun. Het zou de eerste keer zijn dat Servië een nummer in het Engels bracht.
Grootste flops
Servië heeft als onafhankelijk land al negenmaal deelgenomen en eindigde eigenlijk nooit echt slecht. Slechts tweemaal wist het land zich niet te kwalificeren voor een songfestivalfinale, maar dat was wel maar ‘net niet’. Marko Kon en Milaan waren eigenlijk 10de in hun halve finale in 2009, maar toen beslisten de jury’s het tiende nummer dat door mocht en zij kozen voor de Kroatische inzending.
In 2013 eindigde meisjestrio Moje 3 11de met Ljubav je svuda (Liefde is overal). Ondanks hun goede startpositie (ze mochten als laatste optreden), hadden ze zes punten tekort voor de finale. Hun vreemde kledij zal daar wel voor iets tussen gezeten hebben.
In 2014 liet Servië het songfestival aan zich voorbijgaan. Er was toen geen geld om een nummer te sturen.
Organisatie
De Servische hoofdstad Belgrado was het decor voor het songfestival van 2008 na de Servische winst voor Molitva. Željko Joksimović mocht het hele festival presenteren. Dat was voor het eerst gespreid over drie avonden. Het decor wou een link zijn tussen de Servische hoofdstad en het songfestival: net zoals de rivier Sava in Belgrado uitmondt in de Donau, zo komen verschillende muziekstijlen bij elkaar op het songfestival.
Toekomst
Ook in 2017 is Servië erbij op het songfestival. Intern koos de Servische TV voor de 35-jarige Tijana Bogićević. Zij brengt in Kiev In too deep (Zit er veel te diep in), geschreven door de mensen achter de succesvolle inzending van Bulgarije verleden jaar. Tijana mag de tweede halve finale openen op donderdag 11 mei 2017.